Financieringsbeleid gemeente Deventer
Het financieringsbeleid van de gemeente gaat uit van integrale financiering. Voor investeringen wordt een gemiddelde rente gebruikt. Dit heet omslagrente. Voor de begroting 2021 en verder is de omslagrente 2,2% gebleven; de rente grondexploitatie is voor de begroting 2021 en verder verhoogd van 2,3% naar 2,4%.
De renteomslag is berekend op de wijze zoals beschreven in de notitie Rente 2017 die vanaf het begrotingsjaar 2018 verplicht is en de rente grondexploitatie is berekend conform notitie grondexploitatie 2016. Beide notities zijn kaders volgens het Besluit begroting en verantwoording (BBV).
De omslagrente wordt in beginsel zowel in de begroting als in de jaarrekening gebruikt tenzij er sprake is van een relatief forse afwijking. Indien namelijk de werkelijke rentelasten over een jaar die aan de taakvelden hadden moeten worden doorbelast meer dan 25% afwijken van de rentelasten die op basis van de voor gecalculeerde renteomslag zijn doorbelast, dan is de gemeente verplicht gesteld dit te corrigeren. Binnen een afwijking van 25% of minder dan kan de gemeente besluiten tot correctie. Conform de BBV regelgeving wordt in de jaarrekening op de boekwaarde van de grondexploitaties echter altijd de werkelijke onafgeronde rente bijgeschreven. Met betrekking tot het facilitaire deel van de grondexploitaties dient daarentegen de omslagrente te worden toegepast.
Verschillen tussen de vooraf geraamde rentelasten en de werkelijke rentelasten worden verrekend met de generieke weerstandsreserve.
Om te voorzien in de financieringsbehoefte staan de gemeente interne en externe financieringsmiddelen ter beschikking. De interne financieringsmiddelen bestaan uit de reserves, oftewel eigen vermogen, en de voorzieningen. De externe financieringsmiddelen bestaan uit de opgenomen langlopende geldleningen en kortlopende middelen (bijvoorbeeld rekening courant en werkkapitaal), oftewel het vreemde vermogen. In het treasurystatuut is opgenomen dat de gemeente zoveel mogelijk gebruik zal maken van de intern beschikbare financieringsmiddelen.
(bedragen x €1 miljoen)
Financieringsstructuur | Begroting 2019 | Rekening 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
Investeringen in | ||||
Vaste activa | 323 | 311 | 319 | 329 |
Voorraden inclusief onderhanden werk grondexploitatie | 69 | 63 | 57 | 33 |
Totaal investeringen | 392 | 374 | 376 | 362 |
Gefinancierd met | ||||
Reserves | 60 | 78 | 64 | 66 |
Nog te bestemmen resultaat | 0 | 4 | 0 | 0 |
Voorzieningen | 8 | 12 | 9 | 12 |
Langlopende financiering | 320 | 319 | 307 | 273 |
Totaal financiering | 388 | 413 | 380 | 351 |
Financieringstekort (-) / overschot (+) | -4 | 39 | 4 | -11 |
Financieringsresultaat
Voor de begroting 2021 wordt rekening gehouden met €9,98 miljoen aan rentekosten. Via de methodiek van de renteomslag wordt totaal €9,36 miljoen aan rentelasten omgeslagen over de activa en daarmee doorbelast aan de taakvelden. Het algemeen rentepercentage is 2,2% gebleven conform de berekeningssystematiek richtlijnen BBV. Het verwachte renteresultaat voor 2021 komt op €0,06 miljoen negatief. Voor 2022 wordt een renteresultaat verwacht van €0,45 miljoen positief, voor 2023 een renteresultaat van €0,88 miljoen positief en voor 2024 een restresultaat van €1,36 miljoen positief.
(bedragen x €1 miljoen)
Opstelling | R2019 | B2020 | B2021 | B2022 | B2023 | B2024 |
Rentelasten | ||||||
rente korte financieringsmiddelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
rente langlopende geldleningen | 8,87 | 8,55 | 8,32 | 7,82 | 7,36 | 6,84 |
rente op eigen financieringsmiddelen | 0,53 | 0,49 | 0,49 | 0,48 | 0,44 | 0,42 |
rente op voorziening wethouders-pensioen | 0,14 | 0,15 | 0,17 | 0,17 | 0,17 | 0,17 |
rente verliesvoorzieningen grondexploitatie | 0,90 | 0,91 | 1,00 | 1,02 | 0,88 | 0,88 |
bijdrage aan exploitatie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Sub-totaal | 10,44 | 10,1 | 9,98 | 9,49 | 8,85 | 8,31 |
Rente opbrengsten | ||||||
Doorberekening aan vaste activa i.v.m. kapitaalbeslag | 10,70 | 9,58 | 9,36 | 9,35 | 9,12 | 9,41 |
Sub-totaal | 10,70 | 9,58 | 9,36 | 9,35 | 9,12 | 9,41 |
Tussenresultaat | 0,26 | -0,52 | -0,62 | -0,14 | 0,27 | 1,10 |
Vanaf 2020 storting rentevoordeel in generieke weerstandsreserve a.g.v. aanpassing algemene rentepercentage van 2,5% naar 2,2% | 0 | 0,53 | 0,56 | 0,59 | 0,61 | 0,26 |
Totaal | 0,26 | 0,01 | -0,06 | 0,45 | 0,88 | 1,36 |
De renteresultaten worden verrekend met de generieke weerstandsreserve. De renteomslag is berekend op de wijze zoals beschreven in de notitie Rente 2017 die vanaf het begrotingsjaar 2018 verplicht is.
Leningenportefeuille
De hoeveelheid geleend geld bedraagt per 1 januari 2020 €319 miljoen. De verwachting van het verloop van de leningenportefeuille tot 1 januari 2022 ziet er als volgt uit:
(bedragen x €1 miljoen)
Leningenportefeuille | Bedrag | Gewogen gemiddelde rente(in %) |
Werkelijke stand per 1 januari 2020 | 319 | 2,69 |
Contractuele aflossingen in 2020 | 37 | - |
Nieuwe leningen 2020 | - | - |
Geraamde stand per 1 januari 2021 | 282 | 2,56 |
Contractuele aflossingen 2021 | 39 | - |
Herfinanciering/consolidatie 2021 | 30 | - |
Geraamde stand per 1 januari 2022 | 273 | 2,53 |
Werkkapitaalbeheer
Het is belangrijk om de omvang en looptijden van de vlottende activa en vlottende passiva zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen, zodat een organisatie in staat is op korte termijn aan haar korte verplichtingen te voldoen. Verder leidt een doelmatig werkkapitaalbeheer tot minimalisatie van de rentekosten en een maximalisatie van de renteopbrengsten. Naar verwachting wordt er per 31 december 2021 voor een bedrag van €329 miljoen vastgelegd in vaste activa. Hier tegenover staat een totaal aan vaste (lange) financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) van €351 miljoen. Een deel van de vlottende activa wordt daarom gefinancierd met lang vermogen waarmee het netto werkkapitaal positief is. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat de prognose voor het werkkapitaal voor een deel bestaat uit de grondvoorraden die in feite niet op heel korte termijn in liquide middelen kunnen worden omgezet.