Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.
In deze paragraaf laten we zien hoe het weerstandsvermogen is samengesteld en hoe het tot stand komt. Het geeft antwoord op de vraag: hoe goed kan de gemeente tegen een stootje?
De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de beleidsnota Risicomanagement en Weerstandsvermogen – geactualiseerde beleidsnota 2015 en de beleidsnota reserves en voorzieningen (2018).
Weerstandsvermogen
Ratio weerstandsvermogen = €16.035.000 / €15.970.000 = 1,004
De totale omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit (teller) is €16.035.000. De beschikbare weerstandscapaciteit is daarmee €0,1 miljoen lager dan de capaciteit opgenomen in 1e kwartaalrapportage 2020.
De totale omvang van de benodigde weerstandscapaciteit (noemer) is €15.970.000. Ten opzichte van de 1e kwartaalrapportage 2020 is dit €199.000 lager. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door, per saldo een lager risico in de grondexploitaties (zie paragraaf grondbeleid) en een daling van het risico Sociaal domein (zie programma Meedoen).
Conform de beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen houden we, naast de geïnventariseerde risico’s rekening met een extra buffer voor financiële tegenvallers waar niemand rekening mee houdt. Deze zogenaamde minimumnorm biedt een soort veiligheidsmarge.
Voor het bepalen van de minimumnorm wordt de ‘artikel 12-norm’ van de Financiële verhoudingswet (Fvw) gehanteerd (zie artikel 23, lid 1 – Fvw). Hierin wordt uitgegaan van 2% van de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan de gemeente en 2% van de OZB capaciteit.
Doordat ten opzichte van de vorige bepaling van de ratio weerstandsvermogen de omvang van de risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) is afgenomen (circa €200.000) bij een afname (circa €100.000) van de buffer (beschikbare weerstandscapaciteit), is de uitkomst van de weerstandsratio iets verslechterd (ratio was 1,02).
Relevante aspecten
- 56 risico’s komen in aanmerking voor het aanhouden van weerstandsvermogen.
- 16 van deze risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
- Er zijn geen risico’s (negatief gevolg) waarop gerelateerde kansen (positief gevolg) in mindering zijn gebracht.
Belangrijke conclusies
De uitkomst van de ratio weerstandsvermogen is 1,004 In de 1e kwartaalrapportage 2020 was de uitkomst 1,02. Conform het bestuursakkoord beschikken we over voldoende weerstandsvermogen wanneer de uitkomst van de ratio minimaal 1 is. Volgens de uitgangspunten in de beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het overschot (dit is het bedrag dat nodig is om een weerstandsratio 1 te krijgen) toegevoegd aan de generieke weerstandsreserve.
De gemeente beschikt met deze uitkomst op dit moment over voldoende weerstandsvermogen om de belangrijkste financiële risico’s volledig op te vangen. Door aanvulling van de beschikbare weerstandscapaciteit uit de generieke weerstandsreserve wordt het weerstandsvermogen op voldoende niveau gebracht.
Door de gevolgen van de Coronacrisis is de economische groei in zeer korte tijd omgeslagen naar een flinke economisch krimp voor de komende jaren. De gevolgen daarvan zijn nog niet te overzien. De gemeente Deventer zal de financiële risico’s continue en nauwlettend te volgen. Waar mogelijk en noodzakelijk worden extra beheersmaatregelen genomen. In de jaarrekening 2020 wordt de ratio weerstandsvermogen opnieuw bepaald.
Hoe goed kan de gemeente tegen een stootje?
Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.
Deventer maakt onderscheid tussen specifiek weerstandsvermogen en generiek weerstandsvermogen. Het specifieke weerstandsvermogen is gebaseerd op de specifiek gekwantificeerde risico’s. Bekende voorbeelden zijn de risico’s met betrekking tot de grondexploitatie en bijstandsuitkeringen. Daarnaast loopt Deventer risico’s als gevolg van economische vooruitzichten en politieke- en bestuurlijke besluitvorming.
Voorbeelden daarvan zijn de algemene uitkering (gemeentefonds), verkoop van gronden en panden, de verbonden partijen, de garantstellingen en de nog te implementeren lopende heroverwegingen. Om te bepalen of Deventer beschikt over voldoende weerstandsvermogen wordt drie keer per jaar in het kader van de planning & control cyclus de ratio weerstandsvermogen bepaald.
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit
Meer informatie
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn te dekken. Voor Deventer zijn dit de specifieke reserve¹, de onbenutte (flexibele) begrotingsruimte, de onbenutte investeringsruimte, de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves.
Samenstelling beschikbare weerstandscapaciteit
(bedragen x €1.000)
Element | Onderdeel | Waarde |
Specifieke weerstandsreserve | 14.800 | |
Onbenutte begrotingsruimte | Post onvoorzien | 235 |
Stelpost structurele autonome ontwikkelingen | 1.000 | |
Stelpost accres algemene uitkering (gemeentefonds) | 0 | |
Onbenutte investeringsruimte | - | |
Onbenutte belastingcapaciteit | - | |
Stille reserves | p.m. | |
Saldo weerstandscapaciteit 2020 | 16.035 |
Specifieke weerstandsreserve
Ten opzichte van de vorige bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit (1e kwartaalrapportage 2020) is het saldo van de specifieke weerstandsreserve afgenomen met circa €400.000. In de meicirculaire Gemeentefonds 2020 is aangegeven dat het accres voor de jaren 2020 en 2021 wordt bevroren. Dit heeft (tijdelijk) tot gevolg dat de stelpost accres, waarmee rekening werd gehouden als onderdeel van de onbenutte begrotingsruimte, komt te vervallen.
Onbenutte (flexibele) begrotingsruimte
De onbenutte (flexibele) begrotingsruimte bestaat in Deventer uit de posten Onvoorzien, de stelpost Autonome ontwikkelingen en de stelpost Accres algemene uitkering (gemeentefonds).
Onbenutte investeringsruimte, onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves
Er is geen vrije investeringsruimte beschikbaar en ook de belastingcapaciteit wordt volledig benut (kostendekkend). Deventer kent een aantal stille reserves (zie paragraaf grondbeleid). De betreffende objecten zijn niet binnen 1 jaar te verkopen zonder een negatief effect op het bedrijfsproces. Dit betekent dat de waarde niet wordt meegenomen bij de omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit.
Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit bestaat uit de risico’s die gemeente Deventer loopt inclusief een extra minimumnorm. De minimumnorm wordt in de samenvatting benodigde weerstandscapaciteit toegelicht.
Deventer gebruikt een risicodatabase. Daarin worden de risico’s geregistreerd. In deze paragraaf wordt alleen uitgegaan van de risico’s met een financieel gevolg waarvoor weerstandsvermogen (een financiële buffer) wordt aangehouden. De belangrijkste financiële risico’s zijn in beeld.
Er zijn 56 financiële risico’s die in aanmerking komen voor het reserveren van weerstandsvermogen. Zestien risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
Meer informatie
Risicokaart
Risico’s met een risicoscore van 9 of hoger
Gekwantificeerde risico's
De risico’s met een score ≥ 9 zijn in de tabel hieronder opgenomen.
| Kans in % | Gevolg in € | Positie | Score | Programma |
Schadeclaim | Leefomgeving | ||||
Lasten: kans op schadeclaim | 40 | 825.000 | 3-3 | 9 | |
825.000 | |||||
Omgevingswet | Ruimtelijke ontwikkeling | ||||
Lasten: kans op extra kosten a.g.v. implementatie Omgevingswet | 50 | 850.000 | 3-3 | 9 | |
850.000 | |||||
Sluiskwartier | Herstructurering en vastgoed | ||||
Lasten: kans op lagere opbrengst a.g.v. bijzondere setting nieuwbouw Sluiskwartier | 50 | 500.000 | 3-3 | 9 | |
Lasten: kans op extra kosten a.g.v. herziening Sluiskwartier | 50 | 500.000 | 3-3 | 9 | |
Lasten: kans op lagere opbrengst woningen | 50 | 680.000 | 3-3 | 9 | |
1.680.000 | |||||
Steenbrugge | Herstructurering en vastgoed | ||||
Lasten: kans op afname financieel resultaat Steenbrugge | 40 | 2.800.000 | 3-4 | 12 | |
2.800.000 | |||||
Leisurestrip Holterweg | Herstructurering en vastgoed | ||||
Lasten: kans op negatief effect door lagere grondprijzen | 50 | 710.000 | 3-3 | 9 | |
710.000 | |||||
Bedrijvenpark A1 | Herstructurering en vastgoed | ||||
Lasten: kans op extra kosten door versnipperd eigendom | 50 | 700.000 | 3-3 | 9 | |
700.000 | |||||
Bergweide/Havenkwartier | Herstructurering en vastgoed | ||||
Lasten: kans op onvoldoende middelen grex voor realiseren parkeervoorzieningen | 35 | 850.000 | 3-3 | 9 | |
Lasten: kans op negatief financieel effect Kop van het Havenkwartier | 47 | 750.000 | 3-3 | 9 | |
1.600.000 | |||||
Poort van Deventer | Herstructurering en vastgoed | ||||
Lasten: kans op negatief financieel effect niet doorgaan DOIC | 20 | 4.000.000 | 2-5 | 10 | |
4.000.000 | |||||
Participatiewet/BUIG | Inkomensvoorziening | ||||
Lasten: kans op hogere uitkeringslasten Participatiewet dan het BUIG budget dat Deventer ontvangt | 35 | 3.800.000 | 3-5 | 15 | |
3.800.000 | |||||
Sociaal Domein (3D's) | Meedoen | ||||
Lasten: kans op hogere uitgaven Sociaal domein | 70 | 1.000.000 | 4-3 | 12 | |
Lasten: kans op hogere uitgaven hulpmiddelen | 75 | 1.300.000 | 4-4 | 16 | |
2.300.000 | |||||
Meedoen | Meedoen | ||||
Lasten: kans op extra kosten omdat tarieven dagbesteding niet toereikend zijn | 50 | 800.000 | 3-3 | 9 | |
800.000 | |||||
Cultuur en economie (lening Mimik) | Kunst en cultuur | ||||
Lasten: kans dat rente- en aflossing van lening niet wordt gerealiseerd | 50 | 600.000 | 3-3 | 9 | |
600.000 |
Geringe daling risico-inventarisatie
De bruto omvang (dat wil zeggen het maximale financiële gevolg) van de risico-inventarisatie is gedaald met circa €900.000 ten opzichte van de 1e kwartaalrapportage 2020. Dit wordt veroorzaakt door een daling van risico’s in de grondexploitaties (circa €500.000) en een afname van het risico sociaal domein (circa €400.000).
De mutaties voor de grondexploitaties worden toegelicht onder programma Herstructurering en vastgoed. De mutatie in het Sociaal domein staat toegelicht onder het programma Meedoen.
Samenvatting benodigde weerstandscapaciteit
Op basis van de complete risico-inventarisatie (dus inclusief de risico’s met een risicoscore < 9) is de bruto benodigde weerstandscapaciteit circa €31 miljoen. Na het corrigeren van deze risico’s met een zekerheidsfactor (toepassen simulatiemodel) ontstaat een reële omvang van de benodigde weerstandscapaciteit die wordt gerelateerd aan de beschikbare weerstandscapaciteit.
Minimumnorm
Er zijn ook risico’s waar moeilijk rekening mee valt te houden, bijvoorbeeld de soms sterk fluctuerende accressen van de algemene uitkering (gemeentefonds), de rijksbezuinigingen of de politieke en economische ontwikkelingen. Voor deze niet gekwantificeerde risico’s en tegenvallers houdt Deventer een extra buffer aan (de zogenaamde minimumnorm).
Voor 2021 is de minimumnorm als volgt bepaald:
Bedragen begroting 2020 x €1 | Geraamd bedrag | Minimumnorm 2% |
Algemene uitkeringen (gemeentefonds)* | 165 miljoen | 3,3 miljoen |
Verwachte OZB capaciteit 2021** | 28 miljoen | 0,6 miljoen |
Totaal | 193 miljoen | 3,9 miljoen |
*) exclusief integratie- en decentralisatie uitkeringen en inclusief inkomstenmaatstaven OZB
**) begroting 2021-2024: zie paragraaf Lokale heffingen
Monte Carlo simulatie methode
De kans dat alle geïnventariseerde risico’s zich voordoen is klein en de kans dat ze tegelijk optreden is miniem. Voor het bepalen van de impact wordt de uitkomst van de risico’s gecorrigeerd. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de Monte Carlo simulatie methode.
Deze methode geeft het volgende resultaat:
Bij een zekerheid van 90% is minimaal €12,07 miljoen weerstandsvermogen nodig om de potentiële risico’s af te dekken. De uitkomst is met €0,40 miljoen gedaald ten opzichte van de 1e kwartaalrapportage 2020.
De beschikbare weerstandscapaciteit moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich voordoen. Deze verhouding wordt bepaald door de ratio weerstandsvermogen:
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit
De gemeente beschikt over voldoende weerstandsvermogen als de uitkomst van deze ratio minimaal 1 is.
Beschikbare weerstandscapaciteit
€14.800.000 + €235.000 + €1.000.000 = €16.035.000
Benodigde weerstandscapaciteit
€12.070.000 + €3.900.000 = €15.970.000
Deze twee uitkomsten geven het volgende resultaat:
Ratio weerstandsvermogen = €16.035.000 : €15.970.000 = 1,004
De beschikbare weerstandscapaciteit is hoger dan de benodigde weerstandscapaciteit. Dit betekent dat er voldoende weerstandsvermogen is om volledig de gevolgen van het optreden van risico’s financieel op te vangen.
Conform het bestuursakkoord beschikken we over voldoende weerstandsvermogen wanneer de uitkomst van de ratio minimaal 1 is. Volgens de uitgangspunten in de beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het overschot (dit is het bedrag dat voor een hogere uitkomst van de ratio 1 zorgt) toegevoegd aan de generieke weerstandsreserve. Om tot een score van 1,00 te komen wordt €65.000 toegevoegd aan de generieke weerstandsreserve. Deze toevoeging vindt plaats in deze begroting.
Naast de ingeschatte risico’s heeft Deventer ook te maken met algemene onzekerheden.
Onder andere:
- Effecten als gevolg van de Coronacrisis
- Algemene uitkering (onzekerheid verdeelsystematiek en soms sterk fluctuerende accressen);
- BTW/BCF (ontwikkelingen en plafond BCF);
- Leegstand onroerende panden in eigendom;
- Restauratie monumentale panden;
- Financieringsrisico’s (rente- en kredietrisico’s);
- Garantstellingen (kans op aflossen krediet vanwege insolventie kredietnemer);
- Te ontvangen subsidies (kans op terugvordering door niet voldoen aan de subsidievoorwaarden).
Op basis van wat we nu weten, kunnen deze onzekerheden (risico’s) niet worden gekwantificeerd.
Voor het opvangen hiervan zijn algemene weerstandsbudgetten beschikbaar. De omvang van de generieke weerstandsreserve is €3,3 miljoen per 01-01-2021, die naar verwachting oploopt tot een bedrag van eenmalig €7,4 miljoen in 2024. Het totaal van deze bedragen vormt samen met de beschikbare weerstandscapaciteit het totale weerstandsvermogen.
Deelneming aan een verbonden partij kent financiële -, bestuurlijke - en beleidsinhoudelijke risico’s. De diversiteit in de verschillende verbintenissen (gemeenschappelijke regelingen, deelneming in vennootschappen met aandelenbezit en/of verstrekte leningen / garanties) levert onderscheid in de risico’s op. De te onderscheiden risico’s vereisen verschillende aandacht. In de paragraaf verbonden partijen van deze begroting is algemene informatie en specifieke informatie opgenomen voor vorming van een beeld van het financiële risicoprofiel.
Wanneer (op grond van een concrete gebeurtenis) bij een bepaalde verbonden partij een risico wordt voorzien dat zou kunnen leiden tot een verlies op het ingebrachte kapitaal, de verstrekte lening of garantie of indien het leidt tot een verplichting (en het risico is kwantificeerbaar), dan zal daarvoor weerstandsvermogen worden aangehouden of een voorziening worden gevormd.
Aan de informatie over de verbonden partijen ontlenen wij in algemene zin geen aanwijzingen dat de gemeente voor bepaalde financiële risico’s bij verbonden partijen weerstandsvermogen moet aanhouden. Daarbij baseren wij ons mede op de accountantsrapporten die bij de jaarrekeningen 2018 van verbonden partijen worden afgegeven waarin de accountant aandacht besteedt aan de continuïteit van de bedrijfsvoering. Uitzondering op deze constatering is de financiële situatie van de NV Deventer Schouwburg. De continuïteit van deze NV en daarmee een nog nader vast te gaan stellen meerjarige begroting voor de schouwburg is afhankelijk van nog te nemen gemeentelijke besluitvorming over de toekomst van het Cultureel Centrum en de positie van de schouwburg daar in. Daarnaast is definitieve gemeentelijke besluitvorming over het verstrekken van gemeenteleningen voor vervangingsinvesteringen aan de schouwburg nodig. Voorwaarde daarvoor is eveneens een sluitende meerjarige begroting.
De interim directeur van de Deventer Schouwburg heeft begin maart 2020 een verkenning aangeboden waarin een pakket aan maatregelen is gepresenteerd dat erop gericht is het huidige inhoudelijke programma te continueren, binnen de financiële en inhoudelijke kaders zoals vastgesteld in de cultuurvisie. Voor de validatie en nadere uitwerking van dit plan is inmiddels een projectleider aangetrokken. Het college neemt eind 2020 een besluit over hoe verder gevolg te geven aan de gepresenteerde koerswijziging/investering in het Cultureel Centrum en legt dit vervolgens aan de raad voor. De mogelijk hieruit voortvloeiende vernieuwde subsidie aanvragen worden betrokken bij de behandeling van het Uitvoeringsprogramma Cultuur 2021-2024 dat in het najaar van 2020 door de raad wordt behandeld en het college legt daarover voorstellen aan de gemeenteraad voor.
In de tabel hieronder zijn de verbonden partijen opgenomen waarin Deventer een geactiveerd financieel belang heeft en de omvang daarvan per 31-12-2021.
(bedragen x €1)
Verbonden partij | Deelneming | Lening | Garantie |
NV Centrumgarage Deventer | 39.552 | - | - |
Het Groenbedrijf BV | 30.000 | - | - |
NV Sportbedrijf Deventer | - | 12.453.790 | 1.222.734 |
NV Bergkwartier | 1.561.004 | - | - |
NV Deventer Schouwburg | - | - | - |
NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer | 20.255.500 | 16.797.424 | - |
NV Luchthaven Teuge | 489.857 | - | - |
Circulus-Berkel BV | 15.882 | - | - |
Enexis BV | 932.512 | - | - |
BNG Bank | 60.650 | - | - |
Vitens NV | - | 0 | - |
Dataland BV | 0 | - | - |
Vordering op Enexis BV | 52 | 0 | - |
Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV | 1 | - | - |
Verkoop Vennootschap BV | 0 | - | - |
CBL Vennootschap | 0 | - | - |
CSV Amsterdam BV | 52 | - | - |
Totaal | 23.385.062 | 29.251.214 | 1.222.734 |
In de paragraaf verbonden partijen wordt verder ingegaan op de financiële risico’s in relatie tot de verbonden partijen.
Meer informatie
Inzicht
Met ingang van het begrotingsjaar 2016 worden door het BBV diverse kengetallen voorgeschreven. De invoering van de set van kengetallen is voornamelijk bedoeld om de financiële positie inzichtelijker en tussen gemeenten vergelijkbaar te maken. De onderstaande meerjarenbalans voor de jaren 2021 – 2024 vormt de basis voor een aantal van deze kengetallen.
Geprognosticeerde balans
Door de wijziging in het BBV is met ingang van het begrotingsjaar 2018 een geprognosticeerde balans voorgeschreven. De geprognosticeerde balans biedt inzicht in de verwachte financiële ontwikkeling van de gemeente.
(bedragen x €1.000)
Activa | 1-1-2021 | 31-12-2021 | 31-12-2022 | 31-12-2023 | 31-12-2024 | Passiva | 1-1-2021 | 31-12-2021 | 31-12-2022 | 31-12-2023 | 31-12-2024 |
Vaste activa | Vaste passiva | ||||||||||
Immateriële vaste activa | 5.029 | 4.758 | 4.482 | 4.203 | 3.920 | Eigen vermogen | 69.652 | 65.801 | 61.782 | 61.063 | 58.612 |
Materiële vaste activa | 254.374 | 260.673 | 260.060 | 281.422 | 271.949 | Voorzieningen | 11.492 | 11.461 | 12.036 | 12.205 | 12.376 |
Financiële vaste activa | 63.991 | 64.019 | 62.658 | 60.546 | 59.210 | Vaste schulden rente-typische looptijd >1 jr | 282.106 | 273.057 | 265.006 | 258.550 | 251.113 |
Totaal vaste activa | 323.394 | 329.450 | 327.200 | 346.171 | 335.079 | Totaal vaste passiva | 363.250 | 350.319 | 338.824 | 331.818 | 322.101 |
Vlottende activa | Vlottende passiva | ||||||||||
Voorraden | 40.183 | 32.666 | 31.381 | 26.605 | 27.041 | Netto vlottende schulden rente-typische looptijd <1jr | 48.251 | 60.487 | 68.922 | 90.072 | 89.769 |
Vorderingen | 36.802 | 36.802 | 36.802 | 36.802 | 36.802 | Overlopende passiva | 25.024 | 25.024 | 25.024 | 25.024 | 25.024 |
Liquide middelen | 2.480 | 2.480 | 2.480 | 2.480 | 2.480 | ||||||
Facilitair grondbeleid | 3.914 | 4.681 | 5.155 | 5.105 | 5.741 | ||||||
Overlopende activa | 29.751 | 29.751 | 29.751 | 29.751 | 29.751 | ||||||
Totaal vlottende activa | 113.131 | 106.380 | 105.569 | 100.744 | 101.815 | Totaal vlottende passiva | 73.275 | 85.511 | 93.946 | 115.096 | 114.793 |
Balanstotaal activa | 436.525 | 435.830 | 432.769 | 446.915 | 436.894 | Balanstotaal passiva | 436.525 | 435.830 | 432.769 | 446.915 | 436.894 |
De opgestelde geprognosticeerde balans gaat net als de meerjarenbegroting over de jaren 2021-2024. Met het maken van een balansprognose wordt in feite een reële schatting gemaakt van verschillende balansposten op basis van de balans gepresenteerd bij de jaarrekening 2019, de verwachte investeringen en de lopende aflossingsverplichtingen. Aan de hand van deze gegevens wordt in een geprognosticeerde balans inzicht gegeven in de ontwikkeling van de balansposten: vaste en vlottende activa, vreemd en eigen vermogen.
Bij het opstellen van de meerjarenbalans is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten:
Vaste activa
Door verwachte investeringen en jaarlijkse afschrijvingen/aflossingen wijzigt het saldo van de vaste activa.
Vlottende activa
De vlottende activa daalt door de verwachte verkoop van gronden.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen is gebaseerd op het (meerjarige) verloop van de reserves. Het saldo wijzigt door het realiseren van afgesproken prestaties.
Voorzieningen
De voorzieningen zijn gebaseerd op het (meerjarige) verloop van voorzieningen.
Schulden > 1 jaar
De schulden > 1 jaar zijn gebaseerd op de staat van opgenomen langlopende geldleningen. Het saldo muteert door het aantrekken van nieuwe leningen voor voorgenomen investeringen en jaarlijkse aflossingen van bestaande leningen.
Schulden < 1 jaar
De schulden < 1 jaar zijn geraamd op het niveau van de jaarrekening 2019. Hierbij is rekening gehouden met de toegestane kasgeldlimiet.
Overlopende passiva
De overlopende passiva is geraamd op het niveau van de jaarrekening 2019.
Kengetallen
Deventer neemt de landelijk voorgeschreven financiële kengetallen op in de begroting. De kengetallen zijn gebaseerd op de geprognosticeerde meerjarenbalans en gaan uit van ongewijzigd beleid. De kengetallen en de meerjarenbalans geven een beeld van de financiële positie in de komende jaren. In onderstaande tabel zijn de uitkomsten van de kengetallen opgenomen met daaronder een korte toelichting.
De meerjarige prognoses zijn gebaseerd op de balans per 31 december van het betreffende jaar.
Kengetal (in %) | R2019 | B2020 | B2021 | B2022 | B2023 | B2024 |
Netto schuldquote | 76 | 81 | 80 | 81 | 84 | 81 |
Netto schuldquote gecorrigeerd | 66 | 71 | 70 | 70 | 74 | 72 |
Solvabiliteitsratio EV/TV | 18 | 14 | 16 | 14 | 14 | 13 |
Structurele exploitatieruimte | 1,90 | 0,03 | 0,53 | 0,33 | 0,05 | -0,44 |
Grondexploitatie | 15 | 11 | 8 | 8 | 7 | 7 |
Belastingcapaciteit | 93 | 101 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft de verhouding weer van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen.
Netto schuldquote = Netto schuld : Totale inkomsten (exclusief mutatie reserves)
Een netto schuldquote hoger dan 130 is voor een gemeente niet gunstig. De gemeente heeft dan een zeer hoge schuldpositie en doet er goed aan om de schulden af te bouwen en daarmee de financiële positie te verbeteren. Dit betekent concreet een terughoudend investeringsbeleid met geleende middelen en het afbouwen van voorraden bouwgrond. Bij een percentage tussen 100 en 130 geldt dat voorzichtigheid is geboden.
In 2021 daalt de schuldquote van Deventer vergeleken met 2020 om vervolgens in 2022 en 2023 weer te stijgen. In 2024 gaat de schuldquote weer fors omlaag.
Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Het hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die middelen vervolgens zijn doorgeleend aan bijvoorbeeld woningcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. Om dit effect voor de beoordeling te corrigeren volgt hieronder de netto schuldquote exclusief leningen door verstrekt aan derden.
Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden)
De hoogte van de schuld wordt ook bepaald door de leningen die Deventer door verstrekt aan derden. Hoewel over deze leningen risico wordt gelopen wordt verondersteld dat deze worden terugbetaald. Wanneer het vorig kengetal met deze verstrekte leningen aan derden wordt gecorrigeerd is de uitkomst aanzienlijk lager. Dit is logisch, omdat de teller van de breuk wordt verlaagd en de noemer gelijk blijft.
Netto schuldquote = Netto schuld (exclusief leningen aan derden) : Totale inkomsten (exclusief mutatie reserves)
In 2021 daalt de schuldquote van Deventer vergeleken met 2020 om vervolgens in 2023 weer te stijgen. In 2024 gaat de schuldquote weer omlaag.
De rentelasten en aflossingen van de door verstrekte leningen drukken niet op de exploitatie. Dit verbetert de uitkomst van het kengetal en is gunstig voor de financiële positie.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de bezittingen op de balans zijn gefinancierd met eigen vermogen en in hoeverre Deventer in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de uitkomst van de ratio, hoe groter de weerbaarheid.
Solvabiliteitsratio = Totaal eigen vermogen : Totaal van de balans
Er zijn door de VNG (nog) geen richtlijnen gegeven voor uitkomsten die wijzen op een ‘gezonde’ solvabiliteit.
Vergeleken met 2020 is de solvabiliteitsratio gelijk gebleven. Daarna daalt de ratio licht. De solvabiliteit kan worden verbeterd door de omvang van de reserves (eigen vermogen) te verhogen of door minder te investeren waardoor de financieringsbehoefte lager wordt en daardoor minder wordt geleend.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is. Het geeft inzicht in welke mate de structurele lasten gedekt zijn door structurele baten. Een positieve uitkomst betekent dat er structureel voldoende baten zijn om de lasten te dekken. Over het algemeen geldt als richtlijn; hoe hoger de uitkomst des te gunstiger dit is voor Deventer.
Grondexploitatie
Grondexploitatie = Bouwgrond in exploitatie (BIE) : Totale inkomsten
De grondexploitaties (voorraad bouwgronden) kunnen een forse impact hebben op de financiële positie van een gemeente. Wanneer een gemeente leningen heeft afgesloten om grond te kopen voor (toekomstige) projecten is dit een schuldpositie. Van belang is om te weten of deze schuld kan worden afgelost uit de opbrengsten van de verkoop van de bouwgronden (kavels). Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) opbrengsten (baten). Vergeleken met 2020 is er een dalende lijn zichtbaar.
Belastingcapaciteit
Belastingcapaciteit = Totale woonlasten : Gemiddelde woonlasten landelijk
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Voor het bepalen van de ruimte is een ijkpunt nodig. In dit geval wordt als ijkpunt gekeken naar de landelijk gemiddelde tarieven. Er is geen maximum gesteld aan de belastingopbrengsten dus betreffen de gemiddelde tarieven slechts een indicator. Hoe verhoudt de eigen belastingdruk zich tegenover het landelijk gemiddelde van alle gemeenten.
Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten exact het landelijk gemiddelde zijn. Een lager percentage dan 100% betekent dat de woonlasten per huishouden lager zijn dan het landelijke gemiddelde. De stijging vergeleken met 2019 wordt veroorzaakt door een stijging van het tarief afvalstoffenheffing. De uitkomsten vanaf 2020 zijn geëxtrapoleerd, omdat landelijke cijfers voor die jaren niet bekend zijn.
Conclusie
De gemeente is financieel gezond. Dit blijkt uit het feit dat een reëel structureel sluitende begroting wordt gepresenteerd met structurele exploitatieruimte. Deze begroting heeft voldoende flexibiliteit om eenmalige en structurele tegenvallers op te kunnen vangen. Met betrekking tot de belastingdruk zitten we boven het landelijk gemiddelde. De ratio’s die betrekking hebben op de schuldpositie en grondexploitatie geven geen aanleiding om het financiële beleid bij te stellen.